De Maand Shawwāl

Shawwāl (Arabisch:شوال) is de tiende maand van de Islamitische kalender. Letterlijk betekent Shawwal “voorzieningen treffen om op reis te gaan”.

In de  naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

𝗘𝗶𝗱 𝗔𝗹 𝗙𝗶𝘁𝗿 – 𝘞𝘢𝘵 𝘫𝘪𝘫 𝘦𝘳𝘰𝘷𝘦𝘳 𝘮𝘰𝘦𝘵 𝘸𝘦𝘵𝘦𝘯!

Op de eerste dag van de maand Shawwal vindt Eid Al Fitr plaats. Vanwege de vele vragen die wij erover krijgen delen wij graag de aanbevolen daden, filosofie en extra uitleg over Eid Al Fitr en alles wat daar bij komt kijken. Denk hierbij aan Zakat Al Fitr en het Eid-gebed.

3 Shawwal

De strijd van Ahzab (Khandaq)

Klik hier voor een uitgebreide artikel

8 Shawwal

15 Shawwal

25 Shawwal

Marterlaarschap Imam Jafar al-Sadiq(a)

Lees hier zijn biografie

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

De Joden van Qaynqaa uit Madina werden uit Madina verdreven vanwege hun vele problemen waardoor hun zusterstam Bani Nuzayr zeer boos werd. Ze werden aartsvijanden van de Islam en wachtten op een kans om de Moslims kwaad te doen. Op een dag ging de Profeet Mohammed (s) samen met enkele metgezellen naar het fort van Bani Nuzayr. Terwijl hij buiten het fort wachtte verzonden de Joden een man die van binnen uit zou klimmen om vervolgens hem te doden door een reusachtige rots op zijn hoofd te werpen. De heilige Profeet (s) kwam op tijd te weten van deze verraderlijke plan en verliet onmiddellijk de plek.

Aangezien Bani Nuzayr het verdrag hadden gebroken dat ze hadden ondertekend, gaf de Profeet (s) hen 10 dagen de tijd om Madina te verlaten. Na wat weerstand, verlieten zij Madina, met vernietigende huizen zodat de Moslims er niet in konden wonen. Ze werden toegestaan om alle bezittingen dat ze konden dragen mee te nemen, behalve wapens voor oorlog. Sommigen van hen gingen naar Syrië en anderen gingen naar de Joden van Khayber.

Bij aankomst in Khaybar was Bani Nuzayr vastbesloten wraak te nemen op de Moslims. Ze namen contact met Quraish in Mekka. 20 leiders van de Joden en 50 van Quraish ondertekenden een overeenkomst in de heilige Ka’aba, dat zo lang als ze leefden ze de Heilige Profeet (s) zouden bestrijden. Daarna contacteerden de Joden en Quraish hun bondgenoten en stuurden agenten naar een aantal stammen voor hulp. Op deze wijze verzamelden 10.000 militairen. Ze marcheerden naar Madina onder het bevel van Abu Sufyan.

Toen het nieuws van deze voorbereidingen Madina bereikte, raadpleegde de Heilige Profeet (s) zijn metgezellen. Salman Farsi adviseerde om een diepe en brede sloot te graven aan de onbeschermde zijde van Medina. Dit plan werd goedgekeurd en de Moslims werden verdeeld in partijen van 10, en aan elk partij werd 10 yards gewezen om te graven.

De Heilige Profeet (s) nam zelf ook deel aan deze taak. De sloot of de gracht (Khandaq) werd op tijd voltooid, enkel 3 dagen voor de aankomst van de vijand in Medina. De Moslims konden slechts 3000 mensen verzamelen om zich te verzetten tegen dit reusachtige leger. Ze kampeerden een paar mijl buiten Madina.

Ondertussen ontmoette de leider van Bani Nuzayr in het geheim sommige Joden die nog in Madina leefden. Hij overtuigde hen om het verdrag te overtreden dat zij met de Moslims hadden gesloten. Zo werden de Moslims blootgesteld aan gevaar binnen Madina en terroriseerden de Joden de vrouwen en kinderen. Toen de Heilige Profeet (s) te weten kwam wat er gebeurde, stuurde hij 500 mannen terug naar de stad om te patrouilleren.

De vijand was verbaasd bij het zien van de gracht, omdat het iets nieuws was voor de Arabieren. Ze probeerden dag en nacht over te kruisen, maar werden telkens door de Moslims geweerd. De vijand begon in hun frustratie stenen en pijlen te werpen naar de moslims. Uiteindelijk slaagden enkelen van Quraish’s strijders -inclusief de beroemde Amr bin Abdiwas- in het oversteken van de gracht op een punt waar het niet zo breed was. Amr was één van de beste strijders in heel Arabië. In een slag werd hij beschouwd als gelijk aan 1000 strijders. Hij begon de Moslims uit te dagen om te vechten, maar zijn reputatie maakte hen aan het aarzelen. Drie keer spoorde de Heilige Profeet (s) de Moslims aan om Amr te bestrijden. Elke keer stond alleen Imam Ali (a) op. Uiteindelijk stond de Profeet (s) hem toe om te gaan, en gaf hem zijn eigen zwaard en bond een speciale tulband op zijn hoofd. Terwijl Imam Ali (a) naar het slagveld ging, riep de Profeet (s): “Het gehele geloof gaat het gehele ongelovigheid bestrijden.”

Toen Amr te weten kwam wat de identiteit van Imam Ali (a) was, weigerde hij om tegen hem te strijden. Abu Talib was zijn vriend in zijn kindertijd en hij wou niet zijn vriend’s zoon doden. Imam Ali (a) vertelde hem niet bezorgd te zijn om zijn dood, omdat als hij stierf hij gezegend zou zijn met een plaats in de hemel terwijl Amr in de hel zou beëindigen.

Hij herinnerde toen Amr eraan dat hij eens had gezegd dat als een tegenstander drie verzoeken indiende, Amr er altijd één van hen zou verlenen. Amr keurde dit goed. Imam Ali nodigde toen Amr om de Islam te accepteren, óf terug te keren naar Mekka, óf van zijn paard af te komen, aangezien Imam Ali (a) te voet was. Amr ging met het laatste verzoek akkoord en kwam neer van zijn paard. Een woeste slag volgde.

Voor een tijd, bedekte zoveel stof beide strijders dat niemand wist wat er gebeurde. Amr zond een moordende slag naar het hoofd van Imam Ali (a). Hoewel Imam Ali (a) het met zijn schild blokkeerde, brak Amr’s zwaard en zorgde voor een ernstige wond op zijn hoofd. Imam Ali (a) sloeg toen een slag naar Amr’s voeten. Plotseling was de kreet “Allahu Akbar” van Imam Ali (a) te horen, terwijl hij  Amr’s hoofd eraf hakte. De dood van Amr schokte de andere strijders die ook de gracht hadden overgestoken en ze vluchtten weg.

De strijd kwam ten einde wegens 3 factoren:

– De Profeet (s) ondertekende een overeenkomst van vrede met enkele stammen die zich hadden verzameld om de Moslims te bestrijden. De vijand werd gedemoraliseerd bij de dood van Amr bin Abdiwad.
– De strenge winter veroorzaakte de dood van de paarden van de vijanden en hun voedsel was ook bijna op. 
-Tot slot ging de Profeet (s) naar de plaats waar nu de Moskee van overwinning (Masjid-ul-fath) staat, en bad tot Allah (s.w.t) voor hulp. Een woest onweer woedde wat de tenten van de vijanden ontwortelde, waardoor hun bezittingen alle kanten opvlogen en er chaos ontstond. 

De Makkans en Joden vluchtten weg van het slagveld. De slag is bekend als Ahzab (Slag van de stammen) of Khandaq (Slag van de gracht) en de Moslims kwamen zegevierend ondanks hun klein aantal. 

De heilige Koran zegt over deze gebeurtenis:

‘O, gij die gelooft, herinnert u Allah’s gunst, aan u bewezen, toen er legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen een wind zonden en legers die gij niet zaagt. En Allah ziet wat gij doet.’

Surah al-Ahzab, 33:9

© Copyright Ahlalbait Jongeren

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

De overwinning van de moslims bij Badr, betekende dat de polytheïstische handelaren uit Mekka de handelsweg hadden verloren. De polytheïsten [1] die dit niet konden verdragen, waren in voorbereidingen voor een nieuwe oorlog. Hun leger was eenmaal onderweg naar Medina. De oom van de Profeet (s), Abbas, bevond zich in Mekka. Hij lichtte de Profeet Mohammed (s) in door middel van een geheime brief over deze gebeurtenissen.

De Boodschapper van Allah besloot om met een leger de stad uit te gaan. Op 7 Shawwal stond het islamitische leger tegenover het leger van de vijand die Medina in handen wou hebben. De Profeet (s) stuurde 50 boogschutters naar een hoge heuvel genaamd Aynayn. Deze bevond zich aan de linkerkant van zijn leger. Vanuit hier kon men alles zien. De Profeet gaf hun bevel om vanuit hier de vijand te beschieten en hun niet toe te laten om het islamitische leger van achter aan te vallen. “Ook als we winnen, ook als we verliezen, hoe het verloop van de oorlog ook is, verlaten jullie deze heuvel niet!”.

Het hoofd van de polytheïsten, Aboe Sufyaan, was ook bezig om zijn leger op te stellen.
En uiteindelijk was de oorlog begonnen, door één van de polytheïsten. Door heldhaftigheden van Imam Ali (a), Hamza (a) en andere dappere moslims, hadden de moslims het resultaat van de oorlog bepaald. De vijanden lieten veel buit achter, deden hun zwaarden weg en begonnen te vluchten. Het polytheistische leger probeerde een aantal keer van achter aan te vallen, maar ze werden verdreven door de schutters op de Aynayn heuvel. De moslims, die de vijand zagen wegrennen, hadden hun wapens weggelegd en waren achter de buit aangegaan.

De boogschutters op Aynayn hadden hierdoor ook hun ogen op de buit gericht. Hoewel de Profeet (s) had gezegd om niet de heuvel te verlaten, wat er ook gebeurt, verlieten zij de heuvel om ook de buit te verzamelen. Dit was een kans voor de vijand. Deze lieten ze natuurlijk niet uit hun handen gaan. Ze namen de Aynayn heuvel in handen en de moslims werden onverwachts aangevallen. De vijand nam strategische punten in handen, bracht hun mannen weer bijeen en vielen de moslims aan, die hun orde hadden verloren door de buit te verzamelen. Niet veel later hadden de moslims zware slagen gekregen.

Nog erger was dat de vijand met het moreel van het islamitische leger speelde, door “Mohammed (s) is dood!” te roepen. Nu waren de moslims hun moreel kwijtgeraakt en de vijand had moreel gekregen. De oorlog was op volle gang. Ondanks dat hij gewond raakte bij zijn voorhoofd en dat hij één tand had kwijtgeraakt, bleef de Profeet van Allah (s.w.t) op het slachtveld en riep de moslims om te vechten. Er waren op een paar dappere mensen niet meer mensen om de Profeet (s). Ondanks de vele verwondingen, bleef Imam Ali (a) om de Profeet (s) draaien met zijn zwaard om de vijand van hem ver te houden. In deze hevige momenten van de oorlog, begon de Imam (a) zo hevig aan te vallen en te vechten dat het zwaard in zijn hand kapotging. De Profeet Mohammed (s) gaf toen zijn eigen zwaard, Zulfeqaar, aan hem. En op dat moment werd er een hevige kreet gehoord: “Er is geen dappere als Ali, en geen zwaard als Zulfeqaar!”.

Het islamitische leger had veel vijanden gedood, maar toch 3 keer zoveel man kwijtgeraakt. De oorlog was voorbij. De vijand keerde met de overwinning naar Mekka. Zoals boven vermeld waren de moslims 3 keer zoveel man kwijtgeraakt. Onder de martelaren, waren er ook martelaren van wie hun neus, oren en andere organen waren weggehakt. De vrouw van Aboe Sufyaan en de moeder van Mu’awiyah, Hind, had de borst van de oom van de Profeet (s), Hamza (a), geopend en zijn lever eruit gehaald en voor de ogen van iedereen deze gebeten! De meer dan 70 martelaren werden begraven en er werd een begrafenis gebed gehouden. De volgende dag was het de Profeet (s) gelukt om met de soldaten die in Uhud waren de mensen van Mekka te verdrijven. Hierdoor bedacht Aboe Sufyaan zich bij het opnieuw aanvallen van Medina.

© Copyright Ahlalbait Jongeren

Verwoesting van al-Baqie, 8 Shawwal

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle 

Rond deze heilige dagen van Shawwal, op de 8ste Shawwal van het jaar 1342 Hijri (ongeveer een eeuw geleden) hebben de wahabieten de heilige plek Al-Baqie in de heilige stad Medina helemaal verwoest. Op deze heilige plek liggen een aantal van de Imams van Ahlalbait (a) en andere familieleden van onze geliefde profeet (s) begraven.

De wahabieten hebben deze verschrikkelijke daad verricht op bevel van hun wahabietische leider. Met deze daad hebben ze geprobeerd om de familie van onze geliefde profeet (s) voorgoed uit de aarde te verbannen. Maar niets zal de liefde van de Ahlalbait (a) uit de harten van de mensen kunnen verjagen. Dit zijn allemaal Imams en familie leden waar de profeet (s) zoveel van hield. Hoe zullen deze mensen tegenover de profeet (s) antwoorden op de dag des oordeels?!

In Al-Baqie zijn de begraafplaatsen van de volgende Imams van Ahlalbait te vinden:
– Imam Hassan (a)
– Imam al Sajjad (a)
– Imam al Baqir (a)
– Imam Jafar al Sadiq (a)

Ook liggen er andere familieleden van de profeet (s) begraven:
– Dochters van de profeet (s)
– Vrouwen van de profeet (s)
– Ismaiel, de zoon van Imam al Sadiq (a)
– Ibrahim (zoon van de profeet (s) – zeer jong overleden)
– Halima al Sadiea (de vrouw die onze profeet (s) borstvoeding heeft gegeven)
– Aqiel (broer van Imam Ali (a))
– Hamza (oom van de profeet (s))
– Fatima bint Assed (moeder van Imam Ali (a))
– Um al Banien (de moeder van o.a. Al Abbas, vrouw van Imam Ali (a) na Fatima al Zahra (a))
– Abbas (oom van onze profeet (s))





© Copyright Ahlalbait Jongeren

Scroll naar boven